27 oktober 2009

Een kuchje zegt genoeg

Aan de rand van de aalscholvervijver in Artis staat een bankje. Erachter aan een paal bevestigd een bescheiden informatiebordje met daarop een korte uitleg over overspronggedrag. Tot vorige week wist ik niet van het bankje, het bordje en de aalscholvervijver. Nu wel. Want het bankje staat daar ter ere van Adriaan Kortlandt, de ontdekker van overspronggedrag. Afgelopen week overleed hij, 91 jaar oud.

Adriaan Kortland was etholoog of gedragsbioloog. Toen ik in de auto op weg naar huis het bericht over zijn overlijden hoorde, viel me op dat er bij gezegd werd dat zijn ontdekking in 1938 ook betekenis heeft gehad voor de medische en kinderpsychologie. Mijn interesse in overspronggedrag was gewekt, en ik ging me erin verdiepen.

Overspronggedrag kan zich voordoen bij dieren die in gevaar zijn. Het dier kan vluchten of het gevecht aangaan. Maar soms zijn beide neigingen even sterk en doet een dier geen van beide, maar gaat iets totaal anders doen. Bijvoorbeeld zich wassen, de veren rechtstrijken of naar denkbeeldige zaadjes pikken.

De verklaring die door Kortlandt werd gegeven was dat de energie die gericht was op vechten en op vluchten oversprong op totaal ander gedrag. Vandaar de ineens heftige was of poetsbewegingen. Overspronggedrag is daarmee een indicatie voor spanning of stress bij het dier, dat geen keuze kan maken voor vechten of vluchten.

Ook bij mensen zou er sprake zijn van overspronggedrag. Voorbeelden hiervan zijn het gapen midden in een gesprek, misschien omdat je graag beleefd wilt luisteren en tegelijk graag snel weg wil om iets anders te doen. Of krabben achter je oor, ook al heb je geen jeuk, maar uit spanning omdat je niet weet wat je nu moet doen. Of kuchen.

In een onderzoek naar kuchen werden het gedrag van mensen in televisieprogramma’s geobserveerd. Geteld werd hoevaak er werd gekucht. De programma’s waren verdeeld in drie groepen, namelijk neutrale, positieve en negatieve programma’s. Wat bleek? Kuchen in neutrale en positieve programma’s kwam ongeveer even vaak voor, bij de groep negatieve programma’s was dat beduidend meer. En dan vooral tijdens de eerste twintig minuten.

Geconcludeerd werd dat kuchen gezien kan worden als overspronggedrag, samenhangend met de spanning van deelnemers ten aanzien van verloop van het programma en hun opstelling daarin. Afname van het kuchen en de daarachter verborgen keuzestress trad op doordat gaandeweg de situatie duidelijker werd en daarmee ook hoe iemand zich wilde opstellen. Lichamelijke spanning op zich kon het kuchen niet goed verklaren, omdat er in de positief getinte programma’s duidelijk een verhoogde spanning en emotie was, zonder dat het kuchen toenam ten opzichte van de neutrale groep.

Overspronggedrag is dus gedrag dat je ziet in situaties waarin er keuzestress is, waarin je niet direct weet wat te doen en er wel sterke tegenstrijdige gevoelens zijn. Of je nu aalscholver, hond, haan of mens bent. De aalscholvers kun je observeren vanaf het bankje in Artis, wat nu het oversprongbankje heet. Gedrag van honden of hanen, als je op het platteland woont, kun je ook gemakkelijk in je omgeving waarnemen. Maar leuker is nog het bekijken van mensen.

Je kunt letten op kuchen, gapen, achter het oor krabben, wiebelen, enz. Maar ook bijvoorbeeld het even met je hand rechttrekken van een stropdas midden in een lastig gesprek kan in het verlengde gezien worden van de haan die zijn veren poetst midden in een gevecht. Want overspronggedrag is alle gedrag dat niet direct uit de situatie verklaard kan worden.

Let wel op als je zelf kucht. Een ander kan dat nu ook observeren. Een kuchje zegt hem dan genoeg. O, bij jou is het geen overspronggedrag? Ach, je hebt natuurlijk last van je keel. Ja, dat is het vast. Gelukkig.